1.1 Inleiding
In deze paragraaf wordt inzicht gegeven in de door de gemeente Wassenaar geheven belastingen, bestemmingsheffingen en rechten. Onder de belastingen vallen o.a. de onroerendezaakbelastingen, de toeristenbelasting en de hondenbelasting. Onder de bestemmingsheffingen vallen o.a. de rioolheffing en de afvalstoffenheffing.
De rechten omvatten een grote groep belastbare feiten. De belangrijkste hiervan zijn de marktgelden, de begrafenisrechten en de leges inzake omgevingsvergunningen, reisdocumenten en burgerlijke stand. Voor zowel de bestemmingsheffingen als de rechten geldt dat de tarieven maximaal kostendekkend mogen zijn en dat de opbrengst gebruikt wordt ter dekking van de gemaakte kosten.
1.2 Beleid lokale heffingen
Onder het motto “de gebruiker betaalt” is het uitgangspunt dat heffingen zoveel mogelijk kostendekkend zijn. Voor afval wordt daarom in 2023 de kostendekkendheid verbeterd van 90% naar 95,6%. Tevens wordt het tarief extra gedifferentieerd naar laagbouw en gelaagde bouw.
De baten van belastingen en rechten zijn voor 2023 aangepast met het door het CPB geraamde inflatiepercentage van 3,1% (consumentenprijsindex). Met deze verhoging wordt de algemene prijsontwikkeling gevolgd. Dit is noodzakelijk om de inkomsten van de gemeente op dit onderdeel op peil te houden en structurele onevenwichtigheid te voorkomen.
Aanvullend is deze collegeperiode gekozen om de Onroerende Zaakbelasting met 20% te verhogen en de opbrengst uit toeristenbelasting te verhogen naar € 2,43 mln.
1.3 Overzicht geraamde baten belastingen en rechten
Onderstaand overzicht vermeldt de geraamde opbrengsten voor 2022 en 2023 voor wat betreft de diverse belastingen en rechten.
Tabel 7.1 - Opbrengst uit belastingen bedragen x € 1.000
Opbrengst belastingen | raming | raming | mutatie t.o.v. |
---|---|---|---|
2022 | 2023 | 2022 | |
OZB woningen | 8.238 | 10.141 | 1.903 |
OZB niet woningen (E+G) | 3.060 | 3.767 | 707 |
Hondenbelasting | 188 | 194 | 6 |
Toeristenbelasting | 1.193 | 2.430 | 1.237 |
Baatbelasting | 11 | 11 | 0 |
Precario op met name uitstallingen | 125 | 129 | 4 |
Ondernemersheffing | 91 | 91 | 0 |
BIZ-bijdrage Maaldrift | 25 | 25 | 0 |
BIZ-bijdrage pandeigenaren centrum | 46 | 46 | 0 |
Afvalstoffenheffing | 5.163 | 5.380 | 217 |
Rioolheffing | 2.692 | 2.759 | 67 |
Marktrechten | 32 | 32 | 0 |
Begrafenisrechten | 51 | 52 | 1 |
Leges Wabo-vergunningen | 1.260 | 1.402 | 142 |
Overige leges en rechten | 465 | 425 | -40 |
sub totaal opbrengst | 22.640 | 26.884 | 4.244 |
af: kwijtscheldingen | -295 | -295 | 0 |
netto opbrengst | 22.345 | 26.589 | 4.244 |
1.4 Belastingen
Onroerendezaakbelastingen (OZB)
De aanslag OZB wordt voor het belastingjaar 2023 gebaseerd op OZB-tarieven voor 2023 en de WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2022.
De uitgangspunten voor de geraamde netto OZB-opbrengst 2023 zijn:
- Indexering geraamde OZB-opbrengst met 3,1%
- Aanvullende verhoging OZB-opbrengst met 20%
Bij de berekening van de OZB-tarieven voor 2023 wordt rekening gehouden met de meest recente gegevens omtrent de verwachte waardeontwikkeling. De voorlopige waardeontwikkeling gaat uit van een waardestijging van 10,28% voor woningen en een gelijkblijvende waarde voor niet-woningen.
Hondenbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting
De opbrengsten voor hondenbelasting en precariobelasting zijn met het inflatiepercentage van 3,1% verhoogd.
Voor toeristen wordt het tarief voor de toeristenbelasting met ingang van 2023 verhoogd. Dit levert een structurele extra opbrengst op van € 1.200.000. De hoogte van het tarief dat toeristen zullen gaan betalen, zal in afstemming met ondernemers nog worden vastgesteld.
In onderstaand overzicht zijn de hierboven vermelde voorgestelde belastingtarieven 2023 opgenomen.
Tabel 7.2 - Tarieven hondenbelasting en toeristenbelasting
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
Hondenbelasting Toeristenbelasting | 86,64 1,31 | 88,08 1,33 | 89,28 1,35 | 92,04 n.n.b. |
1.5 Heffingen en rechten
In de paragraaf lokale heffingen is het verplicht om een overzicht van baten en lasten op te nemen voor de heffingen waarbij sprake is van het verhalen van kosten. In dit hoofdstuk worden de diverse heffingen kort behandeld en wordt per heffing via een vast format inzicht gegeven in de kosten die aan de heffing worden toegerekend. De gehanteerde tariefstelling, geraamde baten en eventuele achterliggende beleidskeuzes worden ook per heffing aangeven.
De overhead die aan een heffing wordt toegerekend wordt via onderstaande formule berekend:
Opslag taakveld = |
---|
1.5.1 Rioolheffing
De gemeente is wettelijk verplicht om haar zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater na te komen. Hoe gemeenten op korte en lange termijn invulling geven aan de gemeentelijke zorgplichten is vastgelegd in het verbreed gemeentelijk rioleringsplan (vGRP). Dit is een verplicht plan op grond van de Wet milieubeheer. In 2017 is dit plan vastgesteld door de raad. Het uitgangspunt is dat de kosten voortkomend uit de zorgplicht voor 100% worden gedekt uit de rioolheffing. Het huidige vGRP liep tot en met 2021 en is in 2021 geactualiseerd en verlengd tot en met 2023.
Tabel 7.3 - Berekening kostendekkingspercentage rioolheffing
Berekening kostendekkendheid rioolheffing | |||
Kosten taakveld(en) incl. omslagrente | 2.181.000 | ||
---|---|---|---|
Netto kosten taakveld(en) | 2.161.000 | ||
Toe te rekenen kosten: | 351.000 | ||
Totaal toerekenbare kosten | 639.000 | ||
Totale kosten | 2.800.000 | ||
Totale opbrengsten | 2.759.000 | ||
Kostendekkendheid | 98,5% |
Tarieven rioolheffing en beleidskeuzes
Rioolheffing wordt geheven van de gebruiker van een perceel van waaruit water direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Als heffingsmaatstaf geldt het waterverbruik waarmee wordt beoogd zoveel mogelijk recht te doen aan het principe ‘de vervuiler betaalt’. De gegevens omtrent het waterverbruik worden geleverd door Dunea. De kostendekkendheid komt uit op 98,5%. Op basis van het werkelijke waterverbruik over de afgelopen jaren worden de tarieven voor 2023 met 3,1% verhoogd.
Tabel 7.4 - Tarieven rioolheffing
tarief 2022 | tarief 2023 | |
Huishouden vastrecht t/m 80 m 3 per m 3 boven 80 m 3 Bedrijf vastrecht t/m 120 m 3 per m 3 boven 1.000 m 3 | 127,08 190,56 | 131,02 196,47 |
1.5.2. Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing wordt geheven om de kosten van het ophalen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen te verhalen.
Tabel 7.5 - Berekening kostendekkingspercentage afvalstoffenheffing
Berekening kostendekkendheid afvalstoffenheffing | |||
Kosten taakveld(en) incl. omslagrente | 4.536.000 | ||
---|---|---|---|
Netto kosten taakveld(en) | 4.536.000 | ||
Toe te rekenen kosten: | 244.000 | ||
Totaal toerekenbare kosten | 1.093.000 | ||
Totale kosten | 5.629.000 | ||
Totale opbrengsten | 5.380.000 | ||
Kostendekkendheid | 95,6% |
Tarieven en beleidskeuzes
De afvalstoffenheffing is gedifferentieerd naar de grootte van een huishouden in de vorm van een eenpersoonshuishouden en een meerpersoonshuishouden. Daarnaast wordt in 2023 een extra differentiatie toegevoegd, te weten laagbouw en gelaagde bouw. Voor een extra groene of grijze container geldt een aanvullend tarief.
Voor de tariefberekening worden de totale verhaalbare kosten verdeeld over het aantal containers (gewogen eenheden). Dit leidt er onder andere toe dat het tarief voor een extra grijze container gelijk is aan het tarief voor een meerpersoonshuishouden. Om afvalscheiding te bevorderen en het gebruik van een GFT-container niet te ontmoedigen geldt vanaf 2017 een verlaagd tarief van € 50,- voor een extra groene container.
Met deze wijze van tariefstelling wordt beoogd zoveel mogelijk recht te doen aan het principe ‘de vervuiler betaalt’. De kostendekkendheid komt uit op 95,6%, waarbij alleen de tarieven voor laagbouw met 2% stijgen. De tarieven voor gelaagde bouw blijven gelijk aan het tarief van 2022.
Tabel 7.6 - Tarieven afvalstoffenheffing
tarief 2022 | tarief 2023 | |
Huishouden Eenpersoonshuishouden (gelaagde bouw) | 341,28 | 341,28 |
Eenpersoonshuishouden (laagbouw) Meerpersoonshuishouden (laagbouw) | 341,28 | 348,11 |
1.5.3 Begraafplaatsrechten
Begraafplaatsrechten worden geheven voor het gebruik van de begraafplaats en het gebruik van de diensten die daarbij worden verleend. De gerealiseerde opbrengst is al een aantal jaar relatief stabiel en is hoofdzakelijk afhankelijk van het aantal begrafenissen.
Tabel 7.7 - Berekening kostendekkingspercentage begraafplaatsrechten
Berekening kostendekkendheid begraafplaatsrechten | |||
Kosten taakveld(en) incl. omslagrente | 125.000 | ||
---|---|---|---|
Netto kosten taakveld(en) | 114.000 | ||
Toe te rekenen kosten: | 149.000 | ||
Totaal toerekenbare kosten | 154.000 | ||
Totale kosten | 268.000 | ||
Totale opbrengsten | 52.000 | ||
Kostendekkendheid | 19,4% |
Tarieven begraafplaatsrecht
Uitgangspunt voor de tarieven is in het algemeen 100% kostendekkendheid. Gelet op het relatief geringe aantal begrafenissen en de structurele onderhoudslasten is dit voor deze taak niet te realiseren zonder (grote) tariefsverhogingen en/of teruggang in het onderhoud. De tarieven voor 2023 zijn met het inflatiepercentage verhoogd.
1.5.4 Marktgelden
Marktgelden worden geheven voor het gebruiken van openbare grond c.q. het innemen van een standplaats op het marktterrein, gedurende de tijd dat het markt is. De opbrengst is afhankelijk van de daadwerkelijke bezetting van de weekmarkt.
Tabel 7.8 - Berekening kostendekkingspercentage marktgelden
Berekening kostendekkendheid marktgelden | |||
Kosten taakveld(en) incl. omslagrente | 29.000 | ||
---|---|---|---|
Netto kosten taakveld(en) | 29.000 | ||
Toe te rekenen kosten: | 25.000 | ||
Totaal toerekenbare kosten | 26.000 | ||
Totale kosten | 55.000 | ||
Totale opbrengsten | 32.000 | ||
Kostendekkendheid | 58,0% |
Tarieven marktgelden
Het marktgeld bedraagt een tarief voor iedere strekkende meter grond, waarvoor een standplaats wordt ingenomen, gemeten in de lengterichting. Voor iedere strekkende meter grond waarvoor achterruimte wordt ingenomen geldt een apart tarief. Voor 2023 worden de tarieven met het inflatiepercentage verhoogd.
Tabel 7.9 - Tarieven marktgelden
tarief 2022 | tarief 2023 | |
Standplaats per strekkende meter, per dag Achterruimte per strekkende meter, per dag | 4,02 1,61 | 4,15 1,66 |
1.5.5 Leges
Leges worden geheven voor het door de gemeente verlenen van diensten zoals opgenomen in de tarieventabel behorende bij de Legesverordening. Deze tarieventabel bestaat uit drie titels: Algemene dienstverlening, dienstverlening vallend onder de fysieke leefomgeving (omgevingsvergunningen) en dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn (specifiek voor ondernemers). Binnen de drie titels zijn de leges onderverdeeld in hoofdstukken waarbinnen de samenhangende tarieven zijn geclusterd. De opbrengsten zijn in de begroting niet op hoofdstukniveau opgenomen, maar zijn op taakveld gegroepeerd. Van een aantal diensten wordt namelijk dusdanig weinig gebruik gemaakt dat het apart opnemen van een raming geen meerwaarde heeft.
Tabel 7.10 - Berekening kostendekkingspercentage leges naar titel
Berekening kostendekkendheid Leges Algemene dienstverlening | |||
kosten | baten | kostendek. | |
Burgerlijke stand | 76.000 | 116.000 | 152% |
Reisdocumenten | 80.000 | 58.000 | 72% |
Rijbewijzen | 141.000 | 92.000 | 65% |
Secretarieleges
Totaal secretarieleges | 87.000 | 81.000 | 94% |
Huisvesting
Totaal leges huisvesting | 24.000 | 2.900 | 12% |
APV-vergunningen
Totaal APV-vergunningen | 96.000 | 43.000 | 45% |
Verkeer en vervoer | 44.000 | 18.000 | 40% |
Totaal leges Algemene dienstverlening | 548.000 | 410.900 | 75% |
Berekening kostendekkendheid Leges vallend onder fysieke leefomgeving | ||||
(omgevingsvergunning) | kosten | baten | kostendek. | |
Omgevingsvergunning | 1.374.000 | 1.402.000 | 102% |
---|
Berekening kostendekkendheid Leges vallend onder Europese dienstenrichtlijn | ||||
kosten | baten | kostendek. | ||
APV-vergunningen
Totaal APV-vergunningen | 28.000 | 15.000 | 53% | |
Totaal leges vallend onder Europese dienstenrichtlijn | 28.000 | 15.000 | 53% |
Tarieven, kostendekkendheid en kruissubsidiëring leges
De tarieven voor de diverse leges worden jaarlijks in principe met het inflatiepercentage verhoogd, waarbij wordt uitgegaan van de reeds bestaande verdeling in de tarieven. Voor tarieven waarvoor een maximumbedrag geldt wordt uitgegaan van het maximaal toegestane bedrag.
Om de digitale dienstverlening te stimuleren wordt voor het verstrekken van gegevens uit de basisregistratie personen (titel 1) een lager tarief gerekend als de aanvraag volledig digitaal plaatsvindt.
Op basis van de berekening van de kostendekkendheid is alleen binnen titel 1 (Algemene dienstverlening) sprake van kruissubsidiëring. De leges voor huwelijken zijn op begrotingsbasis meer dan kostendekkend. Dit is toegestaan zolang de kostendekkendheid van het totaal van de binnen deze titel geheven leges niet meer dan 100% kostendekkend is.
Afhankelijk van het soort en aantal aanvragen omgevingsvergunning kunnen de legesopbrengsten fluctueren. Eventuele meer- of minderopbrengsten worden glad getrokken via de bestemmingsreserve egalisatie omgevingsvergunningen.
1.6 Vergelijking gemeentelijke woonlasten met andere gemeenten
Onder de gemeentelijke woonlasten verstaan we het gemiddelde bedrag dat een huishouden in een bepaalde gemeente betaalt aan OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing.
Om een beeld te krijgen van de gemeentelijke woonlasten van de burgers van de gemeente Wassenaar is een vergelijking gemaakt met die van omliggende gemeenten. De vergelijking is gebaseerd op het jaar 2022, aangezien voor 2023 geen gegevens beschikbaar zijn van andere gemeenten. De bron van onderstaande gegevens betreft de Coelo Atlas van de lokale lasten 2022.
Tabel 7.11 - Vergelijking gemeentelijke woonlasten 2022
gemeentelijke woonlasten 2022 | Wassenaar | Bloemendaal | Leidschendam - Voorburg | Oegstgeest | Voorschoten |
---|---|---|---|---|---|
Eenpersoonshuishouden | € 1.323 | € 1.599 | € 800 | € 1.061 | € 1.289 |
Meerpersoonshuishouden | € 1.561 | € 1.736 | € 867 | € 1.244 | € 1.372 |
In bovenstaand staatje wordt het gemiddelde OZB-tarief per gemeente gehanteerd. Dit leidt er toe dat gemeenten met een hoge gemiddelde WOZ-waarde, zoals Wassenaar, per definitie hoge gemeentelijke woonlasten hebben. In de staatjes hierna daarom iets meer specificering op het gebied van rioolheffing, afvalstoffenheffing en gemeentelijke woonlasten bij een woning met een WOZ-waarde van € 350.000.
Afvalstoffenheffing 2022 | Wassenaar | Bloemendaal | Leidschendam - Voorburg | Oegstgeest | Voorschoten |
---|---|---|---|---|---|
Eenpersoonshuishouden | € 341 | € 297 | € 318 | € 297 | € 360 |
Meerpersoonshuishouden | € 491 | € 435 | € 385 | €437 | € 444 |
Rioolheffing 2022 | Wassenaar | Bloemendaal | Leidschendam – Voorburg | Oegstgeest | Voorschoten |
---|---|---|---|---|---|
Eenpersoonshuishouden | € 127 | € 281 | € 180 | € 180 | € 235 |
Meerpersoonshuishouden | € 215 | € 281 | € 180 | € 223 | € 235 |
OZB 2022 - WOZ-waarde € 350.000 | Wassenaar | Bloemendaal | Leidschendam – Voorburg | Oegstgeest | Voorschoten |
---|---|---|---|---|---|
OZB woning | € 353 | € 362 | € 249 | € 358 | € 482 |
gemeentelijke woonlasten 2022 – woning met WOZ-waarde € 350.000 | Wassenaar | Bloemendaal | Leidschendam - Voorburg | Oegstgeest | Voorschoten |
---|---|---|---|---|---|
Eenpersoonshuishouden | € 821 | € 940 | € 747 | € 835 | € 1.077 |
Meerpersoonshuishouden | € 1.059 | € 1.078 | € 814 | € 1.018 | € 1.161 |
Ontwikkeling woonlasten
Door de totale woonlasten voor meerpersoonshuishoudens in jaar t te vergelijken met het landelijk gemiddelde in jaar t-1 (zoals gepubliceerd door het Coelo) en dit uit te drukken in een percentage kan de ontwikkeling van de woonlasten ten opzichte van het landelijk gemiddelde worden geschetst.
Tabel 7.12 - Woonlasten Wassenaar t.o.v. landelijk gemiddelde
Woonlasten gemeente Wassenaar | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|
totale woonlasten gezin Wassenaar in jaar t | € 1.302 | € 1.393 | € 1.561 |
woonlasten gemiddeld gezin in t-1 (cijfers Coelo) | € 776 | € 811 | € 904 |
woonlasten t.o.v. landelijk gemiddelde jaar ervoor (x100%) | 167,8% | 171,8% | 172,7% |
Bovenstaande vergelijking laat zien dat de woonlasten in Wassenaar hoger liggen dan het landelijk gemiddelde. De ontwikkeling van de woonlasten ligt ten opzichte van 2022 hoger dan gemiddeld. De voornaamste oorzaak hiervan is de verhoging van de onroerende-zaakbelastingen.
1.7 Kwijtscheldingsbeleid
In de raadsvergadering van 7 april 2015 is de Regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen Wassenaar 2015 vastgesteld. Kwijtschelding is in Wassenaar mogelijk voor de onroerende-zaakbelastingen, de afvalstoffenheffing, de rioolheffing en de hondenbelasting (alleen eerste hond). Voor de overige heffingen is geen kwijtschelding mogelijk.
De kwijtscheldingsnorm in Wassenaar blijft gehandhaafd op de maximaal door het Rijk toegestane 100% van de bijstandsnorm. Dat wil zeggen dat iemand met een inkomen op bijstandsniveau bijna altijd in aanmerking komt voor kwijtschelding, tenzij er sprake is van vermogen (spaargeld of eigen woning). Ook voor ZZP’ers is het mogelijk om onder dezelfde voorwaarden als privé-personen voor kwijtschelding in aanmerking te komen. De kwijtschelding wordt uitgevoerd door de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR).
De bedragen aan kwijtschelding voor afvalstoffenheffing en rioolheffing worden als kosten meegenomen bij het bepalen van de tarieven.
Over het jaar 2023 worden naar verwachting de volgende bedragen aan kwijtschelding verleend:
· OZB | € | 3.000 | ||
---|---|---|---|---|
· Afvalstoffenheffing | € | 201.715 | ||
· Rioolheffing | € | 84.000 | ||
· Hondenbelasting | € | 6.000 |
1.8 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland
De volledige heffing en invordering, inclusief de waardering in het kader van de Wet WOZ, is overgedragen aan Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR). Voor de gemeente Wassenaar geldt dit voor de onroerendezaakbelastingen, baatbelasting, rioolheffing, afvalstoffenheffing, hondenbelasting, toeristenbelasting, precariobelasting, ondernemersheffing en de BIZ (Bedrijven investeringszone)-bijdragen.